Door de klimaatverandering verandert ook het neerslagpatroon. We krijgen langere natte periodes afgewisseld met langere periodes van droogte. Een wat grotere regenwaterput loont dus om het overtollige regenwater uit nattere periodes op te slaan als reserve voor de droge periodes. Vanuit deze redenering kwam er een aanpassing aan de hemelwaterverordening, geldig vanaf 2 oktober 2023.
De regenwaterput
Waar je vroeger alleen bij nieuwbouw en herbouw verplicht was een regenwaterput te plaatsen, geldt dit nu ook voor verbouwing met werken aan de afwatering en uitbreiding. Uitzonderingen blijven groendaken en overdekte constructies waarbij hemelwater in onverharde zone op eigen terrein in de bodem infiltreert.
De vereiste inhoud van de regenwaterput was vroeger minimaal 5000 liter onafhankelijk van de dakoppervlakte. Nu is dit aangepast in functie van de horizontale dakoppervlakte. Dat betekent:
- < 80 m²: 5000 liter
- ≥ 80 m² en < 120 m²: 7500 liter
- ≥ 120 m² en < 200 m²: 10.000 liter
- ≥ 200 m²: minimaal 100 liter per m² horizontale dakoppervlakte tenzij de gebruiksmogelijkheden niet in verhouding zijn tot het vastgelegde volume.
Als een gebouw geen woongelegenheid bevat is de inhoud van de put minimaal 100 liter per m² horizontale dakoppervlakte, tenzij er geen gebruiksmogelijkheden zijn of niet in verhouding tot het vastgelegde volume.
Als er al een put is bij verbouwing, werken aan de afwatering of uitbreiding, ben je niet verplicht een bijkomende put te plaatsen om aan de vereiste inhoud te geraken.
De nieuwe verordening legt ook iets strengere regels op aan de tappunten. Je moet een pomp plaatsen, aangesloten op de put en één of meerdere aftappunten, tenzij de aftappunten gravitair gevoed worden, en aanvoerleidingen plaatsen naar elk toilet, de ruimte waar de wasmachine komt en de tuin.
De overloop van de put gaat naar een infiltratievoorziening of buffervoorziening.
Infiltratie
Op vlak van infiltratie zijn er kleine wijzigingen in de regelgeving. De verplichting tot infiltratie geldt voor het bouwen of herbouwen van overdekte constructies en voor het verbouwen of uitbreiden van bestaande overdekte constructies met werken aan de afwatering. Dit laatste is een uitbreiding ten opzichte van de vorige verordening. Verder blijft infiltratie verplicht voor het aanleggen, heraanleggen of uitbreiden van verhardingen en voor het aanleggen van een afwatering voor constructies of verhardingen waarvan water voorheen op natuurlijke wijze in de bodem infiltreerde.
Uitzonderingen zijn kadastrale percelen kleiner dan 120 m². Vroeger gold dit als het goed kleiner was dan 250 m². Bijkomend geldt nu ook de uitzondering voor hemelwater dat door contact met delen van de verharding zo vervuild is dat het als afvalwater wordt beschouwd. Verder hoef je voor hemelwater dat op voornoemde constructies of verhardingen valt en op eigen terrein in onverharde zone infiltreert ook geen infiltratievoorziening te plaatsen.
Een belangrijke wijziging is dat de infiltratievoorziening bovengronds moet worden aangelegd, tenzij ondergronds onvermijdbaar. Dit zijn bijvoorbeeld infiltratiekommen of wadi’s. Wij bevelen ook altijd bovengrondse systemen aan omdat je hiervan de werking goed kan controleren en dit ook de eenvoudigste en goedkoopste oplossingen zijn.
Let op, mogelijk zijn er strengere gemeentelijke of provinciale regels en mocht de regelgeving om één of andere reden praktisch niet toepasbaar zijn in je project, dan kun je een gemotiveerde afwijking aanvragen.
Bron: Dialoog