Tegen 2050 telt Vlaanderen naar schatting een miljoen meer inwoners dan vandaag. Door die demografische en sociologische veranderingen zal de vraag naar gebouwen en aangepaste infrastructuur verder stijgen. Tegen 2030 heeft Vlaanderen volgens berekeningen meer dan 300.000 nieuwe wooneenheden nodig. Er is nood aan een gedifferentieerd en kwaliteitsvol woonaanbod, dat betaalbaar, aantrekkelijk en toegankelijk is. Ook voor de meer kwetsbare burgers. Deze ontwikkeling is nauw verbonden met de nood aan beheer en het tegengaan van versnippering van de (open) ruimte (Bron: Beleidsprogramma ‘op weg naar circulair bouwen 2022-2030’).
Een belangrijk uitdaging daarbij is om ook de circulaire bouwprincipes toe te passen bij het renoveren van bestaande gebouwen. Bij de Renovatiegolf (Renovation Wave) moet het renovatietempo tegen 2030 ten minste verdubbelen en ingrijpende energetische renovaties moeten worden bevorderd. Die moeten de energieprestaties van gebouwen verbeteren, energie- en kostenbesparingen opleveren en de uitstoot van broeikasgassen zoveel mogelijk verminderen.
Een grote uitdaging ligt ook bij het renoveren van appartementsgebouwen (de focus van dit project, met specifieke focus op renovatie van oude gevels in regio Limburg en bij uitbreiding heel Vlaanderen). Heel wat appartementsgebouwen zijn namelijk op energetisch vlak verouderd en staan dan ook voor een grondige renovatie. Om tegen 2050 alle appartementsgebouwen te renoveren tot de langetermijndoelstelling 2050 moeten er jaarlijks gemiddeld 4.400 appartementsgebouwen worden gerenoveerd (bron: https://www.vlaanderen.be/bouwen-wonenen-energie/bouwen-en-verbouwen/een-appartement-verbouwen) .
Syndici en verengingen van mede-eigenaren (VME’s) zijn vragende partij naar een integrale, eenvoudige en betaalbare systemische oplossing voor de renovatie van de gevel, en wel op maat van dit type gebouw en van haar bewoners. Door het ontbreken hiervan, verloopt het renovatieproces te traag en komen de klimaatdoelstellingen in het gedrang. Op dit moment bestaat er geen geïntegreerde totaaloplossing - met op elkaar afgestemde, losmaakbare en herplaatsbare onderdelen - voor gevelrenovatie. De verschillende componenten (isolatie, regelwerk, afwerking) worden onafhankelijk van elkaar aangeboden en het is de algemene aannemer die deze op een klassieke, niet circulaire manier verwerkt. Er is momenteel ook nog weinig tot geen kennis over het gebruik van biobased isolatiematerialen in dit soort totaaloplossingen.
Grote uitdaging die in dit project aangepakt zal worden, is het incorporeren van circulaire bouwprincipes binnen dit renovatieplan, zodat hergebruik van materialen, bij aanpassingen door de bewoner in een later stadium óf bij afbraak, kan gemaximaliseerd worden. Bij renovatie volgens circulaire principes botsen VME’s namelijk al snel op een heel aantal uiteenlopende criteria die met beperkte kennis van de materie niet eenvoudig te begrijpen zijn. Bovendien ontbreekt vaak de vertaling van theorie naar praktijk, én rijzen er op financieel en juridisch vlak ook nog heel wat uitdagingen.
In dit project zal Limburg als piloot worden gebruikt met oog op uitrol van de leerlessen en inzichten in geheel Vlaanderen. Limburg telt in 2023 96.262 wooneenheden in appartementsgebouwen. Een groot percentage hiervan werd gebouwd voor 1970 en is dringend aan renovatie toe. De ervaring leert ons dat in veel gevallen vooral de gevel nood heeft aan een diepgaan de renovatie. (Limburg in cijfers – ervaring uit EU project C-REAL)
Een structurele samenwerking tussen een leverancier van biobased isolatiemateriaal en een circulaire draagstructuur met restwaardegarantie na de levensduur van het gebouw bestaat op dit moment niet. Er bestaat geen twijfel over dat, indien de technische totaaloplossing kan worden aangevuld met een financiële oplossing die ervoor zorgt dat de investering voor een VME haalbaar is, dit een enorme hefboom voor uit versneld uitvoeren van circulaire renovaties kan zijn.
Dubolimburg begeleidt als renovatie-adviseur de renovatie van oude appartementen in Limburg. Vaak is er de noodzaak oude gevels energetisch te renoveren. Hierbij stuiten wij op de volgende problemen die eigen zijn aan dit type gebouwen en aan de typische problematiek van mede-eigendom (waarbij bepaalde onderdelen van de gevel eigendom zijn van de gemeenschap, en andere onderdelen privatief zijn). Meer bepaald is er de noodzaak voor een aanpasbaar, losmaakbaar systeem voor het na-isoleren van gevels dat een oplossing kan bieden aan verschillende, steeds terugkerende problemen, eigen aan dit type gebouw. Via dit project beogen we de samenwerking om te komen tot een circulair systeem gericht op na-isolatie te ontwerpen en uit te testen, waarbij alle nodige componenten optimaal op elkaar afgestemd zijn: isolatie – regelwerk – afwerking. Daarbij zal ook een circulair business- en verdienmodel uitgewerkt worden. Tijdens de levensduur van het gebouw, dient dit systeem eenvoudig aanpasbaar te zijn. Zo kunnen mede-eigenaren de gevelcomponenten (ramen – balustrades) die privatief zijn, op eigen tempo vervangen, waarbij het aanpasbare gevelsysteem eenvoudig kan worden weggenomen en teruggeplaatst. Na de levensduur van het gebouw dienen alle componenten eenvoudig gedemonteerd te kunnen worden, om ze elders te gaan hergebruiken.Samen met financiële partij Onesto zal de financiële haalbaarheid bestudeerd worden door de ontwikkeling van een businessmodel waar alle partijen voordeel uit halen, zodat dit een levensvatbaar en opschaalbaar concept zal zijn.
Concrete uitdagingen die in dit project zullen aangepakt worden, zijn de volgende:
• 1. Technische Complexiteit: Het ontwikkelen van een aanpasbaar, losmaakbaar systeem voor het na-isoleren van gevels brengt technische uitdagingen met zich mee. Het systeem moet niet alleen effectief isoleren, maar ook rekening houden met verschillende aspecten zoals structurele integriteit, waterdichtheid, brandveiligheid en esthetiek.
• 2. Maatwerk voor Verschillende Gebouwen: Appartementsgebouwen kunnen sterk variëren in bouwstijl, leeftijd, en architectuur. Het ontwikkelen van een systeem dat flexibel genoeg is om aan te passen aan de specifieke kenmerken van elk gebouw, terwijl het toch efficiënt en kosteneffectief blijft, is een uitdaging.
• 3. Mede-eigendom Complexiteit: De problematiek van mede-eigendom introduceert extra uitdagingen. Verschillende delen van de gevel kunnen eigendom zijn van individuele eigenaren of de gemeenschap als geheel, waardoor besluitvorming en coördinatie complex kunnen zijn. Het systeem moet flexibel genoeg zijn om rekening te houden met deze diverse eigendomsstructuren.
• 4. Juridische en Financiële Hordes: Het implementeren van circulaire bouwprincipes vereist vaak aanpassingen op juridisch en financieel vlak. Dit omvat mogelijk het herzien van regelgeving met betrekking tot gebouwrenovaties, het ontwikkelen van nieuwe financieringsmodellen, en het overwinnen van eventuelewettelijke belemmeringen voor hergebruik en demontage van materialen.
• 5. Acceptatie en Educatie: Het succes van het project zal ook afhangen van de acceptatie en betrokkenheid van alle belanghebbenden, waaronder eigenaars, bewoners, en eventuele beheerders van de gebouwen. Het is essentieel om hen te informeren en te betrekken bij het proces, en om bewustwording te creëren over de voordelen en praktische aspecten van circulaire renovaties.